Nieuwe Woorden

Onmiddellijk van kracht

Welkom

Nieuwe Woorden is het officiële kanaal waarlangs nieuwe woorden in het Nederlands worden gelanceerd. Op regelmatige basis bedenkt de Nieuwewoordencommissie onder leiding van de taalbaas een nieuw fijnzinnig en relevant woord waarvoor een duidelijke behoefte bestaat. Dat wordt in eerste instantie via deze website verspreidt, zodat innovatieve taalgebruikers en gezagdragende taalinstanties ze meteen kunnen overnemen en via de populaire kanalen verder uitdragen.

Lees hier meer over onze missie.

Op onze homepagina vind je de laatste nieuwe woorden. Onderaan de homepagina kan je gemakkelijk zoeken in onze archieven.

Teenvis

In Vlaanderen is er een uitdrukking de hoofdvogel afschieten. In de gratis online versie van Van Dale vinden we de volgende verklaring ervoor:

hoofd·vo·gel   (de; m) (België)
1 in de uitdrukking: de hoofdvogel afschieten een erge blunder begaan

Onze regional manager voor België viel bijna van zijn stokje toen hij dit las. Van Dale kon er niet verder naast zitten! Iemand heeft de hoofdvogel afgeschoten als hij een hoofdprijs heeft binnengehaald – of misschien niet letterlijk een prijs, maar in elk geval toch het neusje van de zalm in zijn soort. Dat is heel wat anders dan “een erge blunder begaan”.

De verwarring ontstaat doordat Belgen een zekere appreciatie hebben ontwikkeld voor sarcastische humor. Zo wordt de uitdrukking ook geregeld gebruikt met precies de omgekeerde betekenis: “Amai, je hebt de hoofdvogel wel afgeschoten met je nieuwe vriendin!” kan dan evengoed een verhulde manier zijn om te zeggen dat je er echt wel de lelijkste en domste hebt uitgekozen. Dat is trouwens nog altijd niet helemaal hetzelfde als “een erge blunder begaan”, maar het verklaart wel waarom Van Dale dat zelf doet.

We zouden de redactie van het woordenboek kunnen helpen door de sarcastische betekenis van deze uitdrukking te ontnemen. Maar eerlijk gezegd zijn we niet geneigd dat te doen. Meerduidigheid is eigen aan ons ontwerp van de Nederlandse taal. En dus moet Van Dale maar volgen! En het zal nodig zijn, want we gaan demarreren:

De Nieuwewoordencommissie introduceert hierbij officieel een nieuw woord: teenvis, onmiddellijk van kracht. De toepasbaarheid van dit woord is eerder laag en beperkt zich eigenlijk tot het gebruik in de uitdrukking de teenvis vangen. We blijven dus in de sector van de jacht- en visvangst. De betekenis van de teenvis vangen  is tegengesteld aan die van de hoofdvogel afschieten. Een teenvis verhoudt zich dus een beetje tot een hoofdvogel zoals een rode lantaarn zich verhoudt tot een gele trui. Tenzij hoofdvogel ironisch gebruikt wordt natuurlijk, of teenvis, maar niet allebei, dan hebben ze elkaars tegengestelde betekenis weer, maar dan omgekeerd.

Leve de ambiguïteit, de kracht van woorden op zijn best! Leer er maar mee leven, Van Dale!

Impleneren en revacueren

Wat gebeurt er wanneer een ontruimde zone na een evacuatie terug veilig wordt verklaard? De zone wordt vrijgegeven en de geëvacueerde mensen mogen terugkeren. Dat gebeurt op een veel minder spectaculaire wijze dan de evacuatie zelf. Dat is ook logisch: het gevaar is geweken. Er zijn geen brandweerladders of helikopters meer nodig omdat de branden geblust zijn en het water gezakt is. Wellicht daarom wordt door de buitenwereld zelden veel aandacht besteed aan de terugkeer van de slachtoffers. Toch is vooral dat laatste een erg aangrijpende gebeurtenis voor de betrokkenen waarbij ze – deze keer zonder de emotionele bescherming van adrenaline – de schade moeten opmeten en de draad weer proberen op te pikken met hun gewone leven.

Hoewel hulpdiensten en politie in eerste instantie begaan zijn met het reddingswerk, is het nodig dat in de toekomst ook meer aandacht komt te liggen op een professionele en gestructureerde aanpak van de terugkeer van de geëvacueerden. Het leek ons dan ook opportuun om hier een nieuw woord voor in gebruik te nemen en ons dunkte dat een geleerd woord wel gepast zou zijn om een wetenschappelijke aanpak en academische discussie niet in de weg te staan. Daarom kozen we voor impleneren, onmiddellijk van kracht. Net zoals het woord evacueren zijn oorsprong vindt in het Latijn voor ‘uitlegen’, betekent impleneren eigenlijk ‘invullen’: in + pleneren (van plenus ‘vol’).

Als de implenering niet professioneel en gestructureerd gebeurd, kan het zijn dat je mensen moet gaan revacueren, dit is het opnieuw evacueren van mensen, bijvoorbeeld uit een onterecht vrijgegeven gevarenzone. Heldere communicatie is cruciaal voor het welslagen van de hele operatie want erzonder verliezen de hulpdiensten hun geloofwaardigheid bij de getroffen burgers die zich impleneren uit eigen beweging of zichzelf revacueren door de onduidelijkheid omtrent het risico dat ze lopen. Kortom, totale chaos.

De actualiteit in de Oost-Vlaamse gemeente Wetteren dwingt ons deze nieuwe werkwoorden en hun wederkerende varianten aan het Nederlandse vocabularium toe te voegen. Onmiddellijk van kracht.

Cartoon

© Lectrr voor De Standaard

Daarzonder

Eén van de prachtige eigenheden van de Nederlandse taal is het voornaamwoordelijk bijwoord. We hebben er destijds lang over moeten nadenken maar het blijft een wonderbaarlijke vondst. Qua betekenis lijkt het voornaamwoordelijk bijwoord erg op een combinatie van voorzetsel en voornaamwoord, maar we zetten het voorzetsel achterop en in plaats van een voornaamwoord gebruiken we een bijwoord van plaats met coreferentie:

voorzetsel voornaamwoord voonaamwoordelijk bijwoord
naast dat daarnaast
met dit hiermee
over wat waarover
na het erna

Door een administratieve fout werd het voorzetsel zonder destijds bij de voorzetsels gerekend met een formele ondertoon zoals blijkens, jegens, aangaande, enzovoort. Die komen niet in aanmerking voor de vorming van voornaamwoordelijke bijwoorden. Die administratieve fout is intussen rechtgezet en vandaag kunnen we dus daarzonder, hierzonder, waarzonder en erzonder presenteren als nieuwe woorden in de Nederlandse woordenschat, onmiddellijk van kracht. Gezien de enorme populariteit van voornaamwoordelijke bijwoorden verwachten we dat deze nieuwe woorden een snelle vlucht zullen nemen. Hieronder alvast enkele voorbeeldzinnen:

  • We moeten 100 % zekerheid hebben over het gebruik van chemische wapens. Daarzonder kan er geen sprake zijn van een militair ingrijpen van de NAVO.
  • Ik heb Clio’s autosleutels afgepakt. Hierzonder zal ze onmogelijk kunnen vertrekken.
  • Een conditio sine qua non is een voorwaarde waarzonder niet.
  • – “Kopje koffie?”
    – “Graag.”
    – “Met een klontje suiker?”
    – “Nee, erzonder alstublieft.”

Zoals vrijwel alle voornaamwoordelijke bijwoorden kunnen daarzonder en co natuurlijk ook door andere elementen in de zin van elkaar gescheiden worden:

  • Sorry meneer, u heeft de vereiste documenten niet. Daar kan ik u niet zonder verder helpen.
  • Ah hier ligt m’n lepel! Wat een geluk dat ik ‘m vind, hier kan ik geen soep zonder eten!
  • Liefde is iets waar niemand zonder kan.
  • Jacques is verslaafd aan chocolade. Hij kan er niet meer zonder.

Onnuttigen

In de categorie Herwoordingen, waarin we in onbruik geraakte woorden nieuw leven willen inblazen, moedigen we onze taalgebruikers vandaag aan om het woord onnuttigen terug meer te gaan gebruiken.

We kennen allemaal het werkwoord nuttigen in de betekenis van ‘consumeren’, ‘verorberen’, ‘tot zich nemen’. Dit woord werd al in de vijftiende eeuw na Christus in het leven geroepen door de Nieuwewoordencommissie – toen nog de ‘Raet der Niewer Woorde’ genaamd. Nuttigen is afgeleid van nuttig, wat is afgeleid van nut. In oorsprong betekent iets nuttigen dan ook dat je iets gebruikt of verbruikt met voordeel, met nut. Een amendement dat de commissie heeft uitgevaardigd halfweg de zeventiende eeuw, verengde de betekenis tot het nuttigen van spijs en drank, dus in de betekenis ‘opeten’, ‘opdrinken’.

De realiteit is echter dat spijs en drank niet altijd tot een voordeel voor de verbruiker leiden. Bedorven en giftige voedingswaren hebben altijd al bestaan, maar daarnaast wordt ook meer en meer aandacht besteed aan de voedingswaarde van wat mensen binnenwerken: tegenwoordig weet men beter welke voedingswaren verdikken, slecht zijn voor de cholesterol of ronduit kankerverwekkend zijn. Met regelmaat van de klok verkondigen wetenschappers uit de diëtetiek weer nieuwe inzichten in wat goed of vooral slecht zou zijn voor je lichaam.

Wetende dat mensen zeker niet altijd doen wat goed voor hen is, kondigde  de Nieuwewoordencommissie op het moment van het verengingsamendement ook het woord onnuttigen aan. Wanneer je iets onnuttigt, verbruik je iets zonder nut, vaak zelfs in je eigen nadeel, of zoals het Woordenboek der Nederlandsche Taal het in 1891 al noteerde: “Niet ten nutte, maar tot zijne schade gebruiken.”

Wij geloven dat onnuttigen een prachtig woord is dat een lacune opvult in de Nederlandse woordenschat voor verschillende doelgroepen. Hierbij willen we deze taalgebruikers herinneren aan het bestaan van het woord en hun oproepen het aan te wenden in hun taalgebruik waar het past.

Ongoogle™baar

Vandaag heeft de Nieuwewoordencommissie de kans schoon gezien tegelijkertijd de woordenschat én de schatkist aan te vullen. De Zweedse Taalraad heeft gisteren het woord ogooglebar geschrapt van een lijst met nieuwe woorden; de Zweden konden niet met Google™ tot een akkoord komen in een geschil over intellectueel eigendomsrecht. De Nieuwewoordencommissie kon het wel snel op een – lucratief – akkoordje gooien met het internetbedrijf dat tal van prachtige diensten levert en zo is het de Nederlandse taal die de primeur heeft om ongoogle™baar als nieuw woord in gebruik te nemen, onmiddellijk van kracht.

Ongoogle™baar betekent: ‘iets of iemand die onvindbaar is op het internet, zelfs wanneer je zoekt met Google™, de zoekmachine der zoekmachines.’

Google logo

© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google and the Google Logo are registered trademarks of Google Inc.

Het woord is duidelijk afgeleid van de naam van het bedrijf Google™ Inc., waaraan het zijn aangename klankenmix grotendeels te danken heeft. In eerste instantie wordt natuurlijk verwezen naar de indrukwekkende zoekkracht van de zoekmachine van Google™, maar behalve Google Search™ betekent Google™ nog veel meer voor de internetsurfer:

  • onverstaanbare webpagina’s vertalen doe je met Google Translate™
  • dankzij Google+™ is het zo stil op Facebook
  • omdat Gmail™ je e-mail meeleest kom je enkel relevante reclames van Google AdWords™ tegen op het internet.

Er zijn maar weinig bezigheden op het internet, waarvoor Google™ geen service heeft ontwikkeld: kies maar uit.

De geweldigste van alle diensten die Google™ aanbiedt is wellicht Google Reader™, waarmee je gemakkelijk berichten via RSS feeds kan binnenkrijgen, lezen en structureren. Eigenlijk biedt Google™ zo veel goede diensten aan dat ze soms een beetje moeite hebben om prioriteiten te stellen. Geef Google™ daarom een duwtje in de goede richting en teken de petitie om Google Reader™ in leven te houden op change.org.

© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google and the Google Logo are registered trademarks of Google Inc.
© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google Search™ is a trademark of Google Inc.
© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google Translate™ is a trademark of Google Inc.
© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google+™ is a trademark of Google Inc.
© 2013 Google Inc. All rights reserved. Gmail™ is a trademark of Google Inc.
© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google AdWords™ is a trademark of Google Inc.
© 2013 Google Inc. All rights reserved. Google Reader™ is a trademark of Google Inc.

Antwoord op de lezers van het Haarlems Dagblad

De Nederlandse woordenschat zit in de hoek waar de klappen vallen!

Nog geen week nadat de Nieuwewoordencommissie hier gepleit heeft tegen woordendiscriminatie en vóór de promotie van minder gebruikte Nederlandstalige woorden, moeten we alweer constateren dat sommige taalgebruikers zich intolerant opstellen tegenover bepaalde woorden.

Toen het Haarlems Dagblad gisteren een bericht publiceerde over het laatste bezoek van koningin Beatrix aan Haarlem in haar huidige functie, deed de regionale krant precies waartoe de Nieuwewoordencommissie daags tevoren had opgeroepen in haar nieuwe categorie Herwoordingen: het vergeten woord vergasten meer gaan gebruiken om het nieuw leven in te blazen. Zo stond er op het einde van het artikel te lezen: “Samen met een duizendkoppig publiek wordt ze vergast op drie inleidingen van kunsthistorici.”

Vrijwel meteen daarna reageerden verschillende lezers van de krant boos op het artikel. Omwille van het voltooid deelwoord, dachten zij dat het ging om een misplaatste grap met het werkwoord vergassen. Blijkbaar waren de reacties van de lezers zo heftig dat de redactie van het Haarlems Dagblad besliste om het woord vergast te vervangen door getrakteerd.

In feite tonen de boze reacties van de lezers juist aan dat de inspanning van de Nieuwewoordencommissie en de medewerking van het Haarlems Dagblad hoogstnodig is. Het woord vergasten is niet enkel in onbruik geraakt; de mensen herkennen het zelfs niet meer in context!

Het is natuurlijk waar dat vergassen en vergasten hetzelfde voltooid deelwoord hebben. Maar tegelijkertijd is het eigen aan de homo sapiens sapiens om goed om te kunnen gaan met dit soort talige ambiguïteit in context (terwijl taalsoftware het daar bijvoorbeeld veel moeilijker mee heeft). Er zijn tal van homoniemen in de Nederlandse taal en gebruikt in context kennen Nederlandstaligen heus wel het verschil tussen wennen en wenden, kruien en kruiden, spellen en spelden, gissen en gisten, ook al delen zij hun voltooid deelwoord met elkaar (gewend, gekruid, gespeld, gegist).

Hoe kon de context waarin vergast werd gebruikt verkeerd verstaan worden? Naar verluidt interpreteerden de lezers van het Haarlems Dagblad de zin als “een misplaatste grap”. Hier is een voorbeeld van een zin die speelt met de ambiguïteit van vergast, een compleet misplaatste grap die bijgevolg hoegenaamd niet om mee te lachen is:

Nadat de de trein van Westergracht op het zomerkamp in Westerbork was aangekomen, werden de passagiers meteen vergast op een koude douche.

(Onze excuses voor het gebruik van deze misplaatste, ongrappige grap en de nodeloze provocatie, maar we gaan proberen een punt te maken.)

Lees nu de zin uit het Haarlems Dagblad opnieuw: “Samen met een duizendkoppig publiek wordt [de koningin] vergast op drie inleidingen van kunsthistorici.” Hoe is dit te verstaan als een misplaatste grap? Het is niet grappig, maar het is zelfs niet misplaatst grappig. Het slaat gewoon op niets. Genoeg reden voor taalgebruikers om op zoek te gaan naar andere betekenissen, in ambiguïteit of onderliggende pragmatiek.

Het feit dat de lezers de zin interpreteren als een misplaatste grap, betekent dus dat ze vergasten niet gebruiken, niet kennen, niet hérkennen, en zelfs geen moeite doen om na te gaan wat het zou kunnen betekenen. Liever dan dat gaan ze uit van kwaadwilligheid van de auteur die een totaal gebrek aan respect, humor en gevoel moet hebben. Te gemakzuchtig om bij te leren, te intolerant om iemand een kans te geven. Discriminerend. Ook tussen woorden. En dat stemt ons droevig.

We willen hierbij onze steun uitdrukken aan de redactie van het Haarlems Dagblad. We bedanken haar voor de goede wil en de goede poging om vergasten in ere te herstellen. We begrijpen de beslissing om de tekst van het artikel aan te passen, hoewel we ze ook betreuren. Het doet pijn wanneer je in de hand gebeten wordt tijdens het voeden.

Vergasten

Onlangs heeft de Nieuwewoordencommissie haar bezorgdheid geuit over de dreiging van woordendiscriminatie. Omdat voor ons alle woorden gelijkwaardig zijn, verklaarden we toen ons engagement om bij te dragen aan de marketing van reeds bestaande woorden die minder gekend zijn bij het grote publiek. Daarvoor hebben we de nieuwe categorie Herwoordingen opgericht, waarvan u hier het eerste bericht leest.

Een prachtig woord dat we reeds lang geleden geïntroduceerd hebben in de Nederlandse taal is het werkwoord vergasten. Helaas is het woord in onbruik geraakt en bij dezen willen we het graag nieuw leven inblazen.

Vergasten kan op verschillende manieren gebruikt worden. In eerste instantie betekent het: iemand als gast behandelen en in die zin uitnodigen, begroeten, onthalen, iets te drinken of te eten aanbieden. Het kan ook ironisch worden aangewend, bijvoorbeeld om iemand te trakteren op iets dat ze niet willen, bijvoorbeeld een koude douche:

De Rode Duivels hebben Oranje vergast op een pijnlijke nederlaag in het Koning Boudewijnstadion.

Wederkerend gebruikt vertrekt zich vergasten (op iets) van het perspectief van de (on)genodigde die zich bij iemand te goed komt doen aan al het lekkers dat de gastheer en gastvrouw voor hem (of voor anderen) hebben voorzien.

Hoewel hij een uitnodiging had gekregen, vergastte hij zich toch op het huwelijksdiner.

Voor een uitgebreide beschrijving van de betekenis en het gebruik van vergasten, verwijzen we naar het lemma van vergasten in het Woordenboek der Nederlandsche Taal.

Literaire schrijvers, journalisten en alle innovatieve taalgebruikers met een groot publiek willen we hierbij aanmoedigen om – wanneer de kans zich voordoet – het woord vergasten wat vaker in deze betekenissen te gebruiken, zodat de sprekers van het Nederlands weer vertrouwd geraken met dit prachtige woord.

Antwoord op de woordentest

De Nieuwewoordencommissie wenst hierbij te reageren op het initatief van NTR, VPRO en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) om een grootscheeps taalonderzoek te organiseren:

Allereerst is de commissie blij dat het onderzoek gevoerd wordt en dat dit “Groot (inter)Nationaal Taalonderzoek” zich beperkt tot wat volgens ons het belangrijkste onderdeel is van de taal, namelijk de woorden. Ze hadden ook klanken en grammaticale structuren kunnen onderzoeken maar er bestaat duidelijk een besef dat dat niet zo interessant zou zijn.

We zijn verheugd dat het onderzoek een duidelijke lijn trekt tussen bestaande en onbestaande woorden op een moment in de wereld dat meer en meer de idee begon te leven dat elk woord “bestaat” zolang je het maar “betekenisvol” in een context kan gebruiken. Dat is natuurlijk onzin en effent de baan voor de eerste de beste kwakzalver om zelf wat woordjes te verzinnen en te verkondigen dat de woorden die hij gebruikt wel degelijk “bestaan”. De houding van het onderzoek erkent en eerbiedigt het gezag van de Nieuwewoordencommissie als voorschrijver van de Nederlandse woordenschat.

De Nieuwewoordencommissie is ervan overtuigd dat de resultaten van het onderzoek erg nuttig kunnen blijken voor de Nederlandse taal en haar sprekers maar heeft haar twijfels bij hoe de onderzoekers die resultaten zouden willen aanwenden. Dit zegt onderzoeker prof. dr. Brysbaert daarover:

“Je kunt hiermee bepalen welke woorden het belangrijkst zijn om op te nemen in een woordenboek, of welke woorden  je anderstaligen moet leren om hen efficiënt Nederlands te leren spreken: leer de meest gesproken woorden. En het leuke van dit grote onderzoek, is dat we ook regionale verschillen in kaart kunnen brengen. Welke woorden moet je wel kennen in Vlaanderen, maar zijn onbekend in Nederland? En welke woorden kent men in Zeeland maar niet in Groningen?”

Deze motieven getuigen van een weinig ambitieuze opzet die, integendeel, eerder de gemakzucht moet dienen onder het mom van “efficiëntie”. De Nieuwewoordencommissie vecht al jaren tegen discriminatie tussen woorden. Hoewel ze anders en op verschillende momenten gebruikt worden, zijn alle woorden gelijkwaardig. Het is dan ook de overtuiging van de commissie dat álle woordenboeken álle woorden zouden moeten bevatten zodat zowel Nederlandstaligen als anderstalige leerders kunnen blijven streven naar de ambitieuze doelstelling om de volledige Nederlandse woordenschat te beheersen.

Trouwens, als we zouden discrimineren, welke woorden zouden dan belangrijker zijn om in een woordenboek te staan? Diegene die maar weinig mensen schijnen te kennen of diegene die iedereen toch al kent?

En zijn de meest gekende woorden ook de meest gesproken woorden? Je moet dan wel een woord kennen om het te gebruiken, dat hoeft niet te betekenen dat je het vaak gebruikt als je het wel kent. Sommige woorden hebben nu eenmaal een veel kleiner gebied waarin ze toepasbaar zijn. Ook dat maakt hen niet minderwaardig!

Kijken naar welke woorden ergens gebruikt worden om te bepalen of je ze wil leren is een reactieve, gemakzuchtige en discriminerende houding. De Nieuwewoordencommissie verklaart meer voorstander te zijn van een proactieve, ambitieuze aanpak waarbij extra middelen worden ingezet op de marketing van woorden die minder gekend zijn en die zeker niet tussen woorden onderling discrimineert. Het is dan ook dáár dat volgens ons het potentieel ligt van de resultaten van dit onderzoek: het aanduiden van succesverhalen en probleemgevallen waarmee wij (alle gezagdragende instanties samen) onze woordenpromotie kunnen evalueren en verbeteren.

Als aanzet starten we op deze website binnenkort al met een nieuwe categorie Herwoordingen waarin we reeds bestaande maar minder gekende woorden nieuw leven willen inblazen.

Woordentest

Na het emotie-onderzoek, het slaaponderzoek, het rekenonderzoek en het stressonderzoek is nu de tijd aangebroken voor een grootscheeps taalonderzoek. Wetenschappers van de Universiteit van Gent hebben een test ontwikkeld waarmee gemeten wordt hoeveel woorden van de Nederlandse taal je kent. In die test krijg je woorden voorgeschoteld waarvan jij moet zeggen of je ze kent of niet.

screenshot woordentest

Klinkt gemakkelijk? Let op: er liggen ook nepwoorden op de loer. Wie een hoge score wil halen kan maar beter niet liegen over welke woorden hij wel kent. Als je van een nepwoord zegt dat je het kent als Nederlands woord, verraad je jezelf als valsspeler en worden je strafpunten aangerekend.

De nepwoorden werden automatisch gegenereerd door Wuggy, een computerprogramma dat onbestaande woorden bedenkt die in overeenstemming zijn met de fonotaxis van het Nederlands. Daardoor lijken ze Nederlands, doen ze misschien zelfs een belletje rinkelen omdat ze rijmen op Nederlandse woorden of onbestaande samenstellingen vormen met bestaande woorden, maar zelf betekenen ze eigenlijk gewoon niks. Je moet het maar verzinnen!

Witterookverbod

Hoewel hij geen heel pausibele kandidaat was, is het kardinaal Jorge Bergoglio die op woensdag gemijterd is tot bisschop van Rome. Franciscus I had geen lang conclaaf nodig om een tweederdemeerderheid te vinden en zo zijn pauselijke titel te bemachtigen. Dat wijst op een grote bereidwilligheid onder de aanwezige kardinalen om snel overeenstemming te bereiken over een nieuwe paus en een einde te maken aan de sedisvacatio.

Die bereidwilligheid is dikwijls zoek in de hedendaagse politiek en bedrijfswereld, waar men vaak nog liever overleg ziet falen dan mee te werken aan een akkoord en daarmee het risico te lopen om genaaid te worden en onder het oog van de media schade te lijden. Soms gaat het zover dat onderhandelaars van hun oversten instructies krijgen om elk akkoord onmogelijk te maken. Zoiets noemen we met een nieuw woord een witterookverbod, verwijzend naar de witte rook die symbool staat voor de gevonden overeenstemming en de groeiende populariteit van het rookverbod in de wereld. Aangezien we verwachten dat het fenomeen van het witterookverbod nog lang zal blijven bestaan (en wellicht al lang bestaat) leek het ons een goed idee om er (eindelijk) een nieuw woord voor te verzinnen, onmiddellijk van kracht.

Noot: Eigenlijk is het een beetje ironisch dat de term witterookverbod op de verkiezing van de Heilige Stoel gestoeld is maar tegelijkertijd niet toepasbaar blijkt te zijn op het laatste conclaaf. Maar goed, je hebt niet te kiezen met welke woorden je je moet behelpen. Dat doen wij al.